Peter Bosman (49) groeit op in Utrecht en woont inmiddels samen met zijn vrouw in Lelystad. Ze genieten er na jaren klussen van de ruimte en het geweldige uitzicht dat de plek biedt. ‘Ik was altijd één grote bal van energie,’ vertelt hij als ik hem vraag naar zijn jeugd. ‘Op de basisschool wist ik al dat ik iets met computers wilde doen. Dat was best bijzonder in die tijd, want de personal computer (PC) was nog maar net in opmars. Mijn vader was leraar in de elektrotechniek en bracht op een bepaald moment computers mee naar huis. Ik vond dat heel interessant en voor ik het wist was ik op mijn tiende al aan het programmeren. Ook op de middelbare school had ik maar één koers, één doel: straks informatica studeren.’ En met een geweldige cijferlijst op zak (‘Ik scoorde met twee tienen hoger dan de wiskundeleraar, dat heb ik eigenlijk nog nooit aan iemand verteld...’) gaat hij naar de universiteit van Utrecht.
Kleine muziekstudio
De creativiteit van informatica is iets dat hem altijd heeft aangesproken. ‘Ik heb sterk analytische kanten maar ook een creatieve kant, en informatica is de perfecte mix daarvan. Nieuwe dingen kunnen bedenken en omzetten tot iets dat werkt, iets waar je iets aan hebt!’ Is hij op nog meer gebieden creatief? ‘Ik maak graag muziek, speel keyboard en synthesizer en heb een kleine studio thuis. Van daaruit werk ik graag samen met zangers en zangeressen van over de hele wereld, ook al heb ik daar tegenwoordig niet zoveel tijd meer voor, helaas.’
Zijn fascinatie voor informatica leidde tot een indrukwekkende carrière en inmiddels is Bosman groepsleider bij het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam en deeltijdhoogleraar aan de TU Delft. Daar werkt hij aan het ontwikkelen van algoritmen – de onzichtbare motoren achter veel moderne technologie. In het bijzonder werkt hij aan algoritmen op het gebied van AI.