De zaak Lucia de B. dient te worden heropend.

Mijn Relatie tot de zaak

In 2004 werd de Haagse verpleegster Lucia de B. in hoger beroep veroordeeld door 7 moorden en 3 pogingen tot moord. Na lezing van het boek van Ton Derksen heb ik mij in de zaak verdiept en ben er actief bij betrokken geraakt. Samen met Professor Richard Gill, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor de Statistiek, heb ik twee brieven gestuurd aan de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken, die moest bestuderen of de zaak moest worden heropend. In deze brieven beargumenteren wij dat statistiek een cruciale rol in de veroordeling heeft gespeeld, en dat wij Ton Derksen's kritiek op deze statistiek volledig ondersteunen. Voor zover statistiek in deze zaak überhaupt gebruikt kan worden, pleit deze volgens ons Lucia de B. juist vrij. Dit standpunt heeft geleid tot o.a. een interview in Vrij Nederland, een gezamenlijke voordracht met Derksen voor een gehoor van statistici en juristen aan University College London, een interview met EenVandaag en vermeldingen in o.a. het tijdschrift Nature; zie hier voor de betreffende links.

Ik doe geen publieke uitspraken over de schuld of onschuld van Lucia de B. Maar vanuit mijn expertise weet ik heel zeker dat er zeer grove fouten gemaakt zijn.

29 Oktober jl. is het rapport van de commissie verschenen. Het rapport geeft Derksen (en ons) op zo'n beetje alle punten gelijk. Er zijn een aantal zaken volledig misgegaan in deze rechtszaak, en deze hebben allemaal tegen Lucia gewerkt. De commissie adviseert dan ook de zaak te heropenen.

De Petitie

Deze zomer is Richard Gill op internet een petitie begonnen, waarin hij vraagt om heropening van de zaak. De petitie is inmiddels ondertekend door alle Nederlandse hoogleraren statistiek op 1 na, door eminente buitenlandse statistici, waaronder Sir David Cox (wellicht de meest vermaarde levende statisticus) en D. Lucy en C. Aitken, auteurs van een standaardwerk over statistiek en recht. Tot de ondertekenaars behoren ook een lid van de Zweedse Academie der Wetenschappen (van de nobelprijzen), D. Uges, bekend Nederlands toxicoloog en getuige-deskundige in de zaak, en ja, ook Peter R. de Vries. Het is de bedoeling een "tussenstand" van de petitie op Vrijdag 2 November aan te bieden aan Minister van Justitie Hirsch Ballin.

Waarom nog tekenen?

Het lijkt alsof, met het verschijnen van het rapport, de petitie overbodig is geworden. Wie het rapport leest kan zich nauwelijks voorstellen dat de zaak niet heropend wordt. Toch is het nog lang niet zeker of de Hoge Raad ook inderdaad tot heropening zal beslissen. In de Volkskrant van 30 Oktober stond het volgende:

De procureur-generaal van de Hoge Raad beslist over enkele weken of hij vindt dat er sprake is van een novum, een nieuw feit dat heropening mogelijk maakt. De sympathisanten en advocaten van De B. zien dit met vertrouwen tegemoet. Maar hoogleraar strafrecht Peter Tak betwijfelt of de Hoge Raad een novum kan vinden in het rapport. "Ik vrees het ergste", zegt ook Van Koppen. De Hoge Raad is heel formalistisch."

Om deze reden zou ik u willen vragen om serieus te overwegen de petitie alsnog te tekenen. De ervaring met dit soort zaken leert dat druk van de publieke opinie en de media een grote invloed heeft. Ik richt mij hierbij met name op medici en juristen. Deze hebben tot nu toe in veel minder grote getale getekend dan bijvoorbeeld statistici. Hun handtekeningen zijn van evident belang. Hier leg ik uit waarom er ook voor hen alle reden is om te tekenen.

Vanwaar deze bemoeienis?

Tot voor kort was ik van mening dat je je, als leek op het gebied van rechtspraak, niet met het recht hoort te bemoeien. Het OM en de rechters zijn deskundig, ik niet. Maar er zijn grenzen: als je ziet dat er fouten gemaakt worden die vanuit je eigen expertisegebied (statistiek, redeneren met onzekerheid) evident zijn, dan komt er een moment waarop het toch beter is om je er tegenaan te bemoeien. Het arrest bevat enkele elementaire redeneerfouten. Het is soms, als het ware, alsof je leest "2+2=5" (dit geldt bijv. voor de motivatie van het schakelbewijs in het arrest). Ik denk dat het onvermijdelijk is dat af en toe fouten gemaakt worden in rechtszaken, hoe goed het systeem ook is: het blijft mensenwerk. Maar ik weiger mij neer te leggen bij een situatie waarin evidente en elementaire fouten gemaakt worden door getuige-deskundigen, OM, rechtbank en gerechtshof.